Insecten horen in het bos aangezien zij de opruimers zijn. Ze breken organisch materiaal af tot nieuw voedsel voor planten. Zelf zijn ze ook weer voedsel voor o.a. de vogels, de padden en egels. In het bos vind je de grootste verscheidenheid … maar niet in ieder bos.
Hoe zit dat?
Bossen in Nederland
Onze bossen zijn niet heel natuurlijk, veelal aangeplant in de achttiende eeuw voor houtproductie. Voor die tijd bestond Nederland uit vlaktes met heidevelden en stuifzanden, koeien en schapen graasden daar. Op de vlaktes werden bomen gezet – voornamelijk uitheemse naaldbomen – en dat productiehout werd aanvankelijk gebruikt voor de mijnbouw. Mooie rechte stammen die snel groeiden, geschikt voor palen en planken. Helaas minder geschikt voor de insecten.
Insecten zijn kritisch
Brits onderzoek toonde aan dat de veel soorten insecten zich specifiek verbinden aan een bepaalde plant. De basis van het bos moet dus op orde zijn, insecten staan aan de basis van het leven zelf. Door de verontrustende snelle afname van het aantal insecten [76% in 30 jaar!] neemt Natuurmonumenten nu extra maatregelen.
Welke insecten zijn verbonden aan welke boom
In het bos verbinden zich de meeste soorten aan wilgen, eiken en berken, respectievelijk 450, 423 en334 insectensoorten.
Het Top10 schema geeft aan welke bomen favoriet zijn bij de kleine kruipers.
Opbouw van het gezonde bos
Bossen met productiehout zijn in dezelfde tijd geplant en zullen ook weer rond dezelfde tijd verdwijnen. Een bos moet gezond zijn en gevarieerd, daarom wil Natuurmonumenten deze productiebossen omvormen tot meer natuurlijke bossen. Zo’n natuurlijk bos onderscheidt zich door variatie; in [inheemse] boomsoorten, in de leeftijd van de bomen, meer open of juist dicht begroeide plekken en bosranden met doornige struiken en bloemen. En last but not least: dood hout! 50% van de insectensoorten die in het bos leven, is afhankelijk van dode of aftakelende bomen.
Dood hout leeft
Circa 40% van de dieren in de Nederlandse bossen is gebonden aan dood hout. EIS geeft dat aan, EIS is het kenniscentrum voor insecten. Dit zijn dus 1000 tot 2000 verschillende soorten insecten, spinnen, kreeftachtigen en duizendpotigen.
750 keversoorten leven in dood hout, waaronder de Europees beschermde vermiljoenkever en vliegend hert, 1000 soorten paddenstoelen groeien op dood hout en 20 soorten mossen. Een recht toe en recht aan opgeruimd bos is dus niet goed. Het klinkt misschien gek, maar een bos is pas echt gezond als 20% van alle bomen daarin dood zijn, zowel liggende als staande dode bomen.
Hoe groter de variatie, hoe meer insecten zich thuis voelen.
Dit artikel is een uittreksel uit het blad PUUR Natuur van Natuurmonumenten, uitgave Herfst 2018.
Resort Slenck & Horst en de toekomst
Hoe vertalen we dit verhaal nu naar ons resort? Ondanks al het groen om ons heen leven we toch in een gecultiveerde omgeving. Het is van belang dat de veiligheid uiteraard geborgd is en dat er geen dode takken op ons hoofd kunnen vallen … maar we kunnen wel af en toe een stam van een paar meter laten staan als de boom weg moet, voor de specht en ook voor de insecten een bron van leven.
Laat eens wat dode takken liggen onder de haag of opzij van de carport. De boswachter geeft bij een kapaanvraag ook vaak deze zeer waardevolle adviezen aan de bewoners. Door alle variatie in bomen lijkt ons resort best wel op een natuurlijk bos zoals Natuurmonumenten dat graag ziet en met extra hulp van de bewoners kunnen wij de omgeving nog meer geschikt maken voor de insecten. Op de wal noord van het park, aan de rand, kunnen bijvoorbeeld doornige struiken geplant worden. Kies zelf eens voor veldbloemen in de tuin waar ook de bij heel blij van wordt.
Bijdragen aan de natuur en een gezond milieu … wie wil dat niet?
Laten wij ons Resort Slenk & Horst gereed maken voor de toekomst, om door te geven aan kinderen en eventuele kleinkinderen.
Copyright © Alle rechten voorbehouden
